Wat is TEWI
TEWI telt dus:
1. Directe uitstoot van koudemiddel (GWP van het gas × hoeveel er lekt of niet teruggewonnen wordt)
2. Indirecte uitstoot door energiegebruik over de hele levensduur
3. (Optioneel) de uitstoot door productie/onderhoud/afdanking van de installatie
TEWI = GWP × L × M × n + GWP × M × (1 - a) + n × E × B + C × Ms
Waar staat alles voor?
• GWP = Global Warming Potential (kg CO₂/kg koudemiddel)
• L = jaarlijkse lekkagefractie (bijv. 0,1 voor 10%)
• M = koudemiddelinhoud (kg)
• n = levensduur van de installatie (jaren)
• a = terugwinfactor bij afdanken (0–1)
• E = jaarlijks elektriciteitsverbruik (kWh/jr)
• B = CO₂-uitstoot per kWh (bijv. 0,6 kg/kWh in NL)
• C = CO₂-productie door materiaal & bouw (26 + 0,52·n)
• Ms = massa van het hele systeem (kg)
In 2025 blijft de Total Equivalent Warming Impact (TEWI) een cruciale maatstaf voor het beoordelen van de milieubelasting van koelinstallaties. Met de introductie van nieuwe koudemiddelen, waaronder HFO’s (HydroFluoroOlefine), zijn er significante ontwikkelingen die de TEWI-beoordeling beïnvloeden.
HFO-koudemiddelen en TEWI
HFO’s, zoals R1234yf en R1234ze, zijn ontwikkeld als alternatieven voor traditionele HFK’s vanwege hun lage Global Warming Potential (GWP). Hoewel HFO’s een lager direct effect op het broeikaseffect hebben, zijn er zorgen gerezen over hun afbraakproducten. Bij atmosferische afbraak kunnen HFO’s trifluorazijnzuur (TFA) vormen, een stof die behoort tot de PFAS-klasse en potentieel schadelijk is voor het milieu.
Regelgevingsontwikkelingen
De Europese Unie heeft in 2024 een nieuwe F-gassenverordening geïntroduceerd die strengere beperkingen oplegt aan het gebruik van koudemiddelen met een hoge GWP. Vanaf 1 januari 2025 is het bijvoorbeeld verboden om installaties bij te vullen met koudemiddelen die een GWP hoger dan 2500 hebben, tenzij het geregenereerde of gerecyclede koudemiddelen betreft, waarvoor een uitzondering geldt tot 2030.
Impact op TEWI-berekeningen
De keuze voor koudemiddelen met een lagere GWP, zoals HFO’s en natuurlijke koudemiddelen (bijv. ammoniak, CO₂, propaan), kan de directe emissies en daarmee de TEWI-waarde verlagen. Echter, het is essentieel om ook de indirecte emissies, voortkomend uit het energieverbruik van de installatie, in acht te nemen. Een koudemiddel met een zeer lage GWP maar met een lagere energie-efficiëntie kan uiteindelijk resulteren in een hogere TEWI-waarde. Daarom is het van belang om bij de keuze van een koudemiddel zowel de directe als indirecte milieueffecten te overwegen.