• Vraagbaak

Verdampers en pompsystemen

Pompsystemen zijn cruciaal om koelsystemen betrouwbaar en met een laag energiegebruik te laten functioneren. 
Het principe om met een vloeistofpomp elke verdamper actief te voorzien van de juiste hoeveelheid vloeistof werkt zeer betrouwbaar, omdat de hoeveelheid niet afhankelijk is van de draaicondities van de compressorset. 
De compressorset kan met de laagst mogelijke condensatietemperatuur draaien. 
Toch zijn er zaken die aandacht nodig hebben om een pompsysteem optimaal te laten functioneren.
Idealiter zou elk pompsysteem zo moeten worden ontworpen dat de zwaartekracht ervoor zorgt dat de overmaat aan vloeistof uit de verdamper via de natte retourleiding naar het afscheidervat wordt getransporteerd. 

Het kost namelijk veel minder energie om kleine volumes vloeistof met een vloeistofpomp omhoog te pompen, dan de zuigdrukverliezen in de natte zuigleiding die nodig zijn om de vloeistof met het nattezuiggas mee omhoog te zuigen. 
In een 'worst case' staat de nattezuig voor 80 procent vol met vloeistof.
Bij een ammoniaksysteem is de zuigdrukverlaging 0,053 bar/meter stijgleiding. 
Dit lijkt weinig, maar bij een lage zuigdruk van -40 °C komt dit overeen met een zuigdrukverlaging van 8,6 K. 
De compressorset draait op -40 °C, maar de verdampers werken maar op 31,4 °C.


Bij optimalisatie moeten de volgende stappen worden gezet:

• Minimaliseren van de vloeistofovermaat.
- Vloeistofpomp correct inregelen: in kaart brengen/inregelen van drukverschil van de pomp over het hele deellastbereik (bijv. 20 tot 100 procent). 
Optimaal is een toerengeregelde pomp die het juiste drukverschil aanhoudt, onafhankelijk van het gevraagde vloeistofdebiet.
- Minimale overmaat bepalen per koeler(type) waarop hij nog goed functioneert.
Volg de richtlijnen per type koeler (luchtkoeler, platenkoeler, falling film).
- Correct inregelen van de hoeveelheid vloeistof per koeler, rekening houdend met in de praktijk optredende vloeistofdruk.


• Overmaat aan vloeistof zo efficiënt mogelijk terugvoeren, door stijgleidingen in de meest voorkomende deellastcondities zo te ontwerpen dat de gassnelheid voldoende hoog is om de vloeistof met een ringstromingsprofiel mee te nemen.
Zo kan de drukval tot een minimum worden beperkt (tot meer dan een factor 10 kleiner dan bij het omhoogzuigen van een vloeistofkolom).


• Leidingwerk zo uitvoeren dat wordt voorkomen dat eenmaal omhoog getransporteerde vloeistof door conditieverandering weer terug kan stromen

Deze afscheider is op het hoogste punt van de installatie geplaatst, op zolder. Een mooie plek, maar hij geeft geen optimale werking.